ZTSF Gegevens Groep: Actief lid Berichten: 55 Prijzenkast:
0
Kassa Medewerker
Nou jongens, ik zal mijn verhaal ook maar eens plaatsen, aangezien het schrijfdeel van het forum waar ik het nu post daar ontoegankelijk is voor gasten. Inleiding zit in spoilah 1, chaptah 1 in spoilah 2.
INLEIDING Een korte inleiding van de Galianse volkeren om onnodig veel uitleg in het verhaal te voorkomen.
Mensen De mensen zijn één van de laatst ontstonden volkeren in Galian. Hoe ze zijn ontstaan weet niemand, maar ze zijn er gewoon. Ze zijn één van de meest ontwikkelde volken van Galian en hebben vele nederzettingen gebouwd in het rechterdeel van het land. Veel niet-menselijke wezens zien de mensen als vijanden, omdat ze hun ruimte in Galian drastisch hebben verkleind, maar er zijn ook wezens die de mensen goed gezind zijn, zoals de Elfen. Elfen Eén van de vroegst ontstane volken in Galian waren de Elfen. Ze zijn geschapen door Bargoth, de LuchtMagiër, en ze zien hem als hun beschermengel. Elfen zijn een edel ras, zijn vaak lang en statig en worden tot over de 700 jaar. Vaak krijgen ze pas kinderen op hun 600ste of later. Ze zijn goede bondgenoten met de Eenhoorns en waarschijnlijk de enige wezens in Galian die nog wel eens een Eenhoorn te zien krijgen. Ze wonen in het Elfenrijk, dat tevens bescherming bied tegen de meeste gevaren, want net als de Mensen zijn de Elfen niet bij iedereen geliefd omdat ze de Kobolden hebben laten uitsterven. Dwergen Dwergen zijn een ruw volk dat in de Dwergengrotten woont. Ze zijn klein, maar sterk en de mannen hebben altijd een baard. Vrouwelijke dwergen zijn nog nooit gezien door een ander wezen dan een dwerg zelf. Dwergen zijn uitstekende smeden maar houden ook van ruwe feesten waarbij ze vooral veel drinken. Ze hebben hun eigen gemaakte bier, Morda, dat zo sterk is dat je bij één glaasje al dronken bent. Ook zijn ze erg hebzuchtig en nors en voor een beetje goud kunnen ze alles doen. Boomgeesten Boomgeesten zijn vormeloze geesten die een boom kunnen bezitten. Via deze manier spreken, praten en bewegen ze. Ze leven van wat hun eigen boom hen brengt (bladeren, bessen enzovoorts). Hun leefgebied is ingeperkt tot het Yagnaë Bazyr, beter bekend als het Duistere Bos. Boomgeesten zijn beresterk in hun boomgedaante, al ligt dit natuurlijk ook aan de boom. De weinige mensen die ooit een boomgeest hebben gezien, mogen zichzelf gelukkig prijzen. Kobolden Kobolden waren beresterke en machtige wezens. Ze hadden een nederzetting aan de kust van Galian daar waar nu de stad Ferk ligt. Ze hadden vele bijzondere gaven, zoals het ongedaan kunnen maken van elke vorm van magie, en zich vermommen als een ander wezen en mensen daarmee eeuwenlang voor de gek houden. Kobolden hadden een nog langere levensduur dan de Elfen, ruim 1000 jaar. Door een ruzie tussen de Kobolden en de Elfen draaide het een aantal eeuwen geleden uit op een veldslag. Alhoewel de Kobolden veel sterker waren dan de Elfen, waren ze zwaar in de minderheid. Ze werden allemaal uitgeroeid door de Elfen, nog voor de Magiërs in konden grijpen en de veldslag laten stoppen. Draken Draken waren machtige wezens die in oude groeven leefden. Ze hadden een zandbruine schutkleur en waren, in tegenstelling tot wat de meeste mensen dachten, zoogdieren. Ze baarden hun jongen namelijk levend. Draken hadden maar één woonplek en er waren er maar een stuk of twintig. Ze zijn naarmate de jaren vorderden uitgestorven, al weet niemand dat zeker… Gnomen Gnomen zijn onderdeel van de Duistere Volkeren. Het zijn creaturen van de aarde en duisternis. Ze dragen altijd een monnikspij en zijn onmogelijk te verslaan met zwaard, pijl en boog of een ander wapen. Gnomen kunnen alleen sterven als hun pij van hun lichaam afgetrokken wordt en ze blootgesteld worden aan het zonlicht. Ze beschikken ook over primitieve vormen van magie. Ze zijn ongelofelijk machtige strijders in een oorlog, maar zijn ook sluw en niet gemakkelijk over te halen. Ze hunkeren echter naar nog meer macht en vooral veel rijkdom – het perfecte chantagepunt voor als je hen als strijder wilt. Alfen Alfen zijn kleine pestkoppen en, net als de gnomen, onderdeel van de Duistere Volkeren. Eerst waren het feeën, maar ze zijn door Trakana veranderd in kleine, pesterige wezentjes. Hierdoor stierf het machtige en edele feeënras uit en kwamen de alfen in de plaats. Alfen hebben in principe niet veel macht, maar zijn erg irritant en plagerig. Ze houden ervan mensen te ontvoeren, mensen mee te nemen naar hun geheime grotten en ze daar op te eten. Trollen Trollen zijn net zo irritant als de alfen, maar wat machtiger. Ze zijn sterk, hebben een groene huidskleur en zijn net iets groter dan de meeste dwergen. Trollen hebben altijd een knuppel bij zich en ze wonen in het Trollenbos, dat ze met de gnomen delen. Ook zij zijn onderdeel van de Duistere Volkeren. Trollen zijn erg hebzuchtig en dom, en kunnen daarmee gemakkelijk gechanteerd worden. Eenhoorns Eenhoorns waren vroeger een edel ras. Ze zijn echter in hun waarde verlaagd en steeds minder gewaardeerd, omdat ze een drastische verandering in hun uiterlijk ondergingen. De Galianse volkeren dachten dat de Eenhoorns duivelsbeesten waren geworden en ze werden vervolgd en uitgemoord. Alleen de elfen wisten dat de eenhoorns nog steeds dezelfde wonderbaarlijke eigenschappen (genezende kracht, wijsheid, het vermogen om te spreken) bezaten als vroeger. Ze redden de eenhoorns van de rest van de andere volkeren en ze doken onder in het Elfenrijk. Vermoedelijk zijn de elfen de enige Galianse wezens die de eenhoorns nog wel eens zien. Dryaden Dryaden zijn geesten die in bomen leven. Over het algemeen zijn ze allemaal vrouwelijk en hun kracht hangt af van de boom waarin ze leven. Dryaden kunnen hun boom verlaten, maar dit kunnen ze alleen als ze een stukje schors of een blaadje bij zich hebben, in ieder geval iets wat bij hun boom hoort. Verliezen ze dit, dan zullen ze wegkwijnen en sterven, iets wat ook gebeurt als hun boom doodgaat. Leprechauns Leprechauns zijn dwergen, maar in tegenstelling tot gewone dwergen hebben ze geen baard en zijn ze altijd in het groen gekleed. Ze zijn ook iets kleiner en hebben vaak een hoedje. Hun vaakst gebruikte attribuut is een houten fluit, waarop de leprechauns hypnotiserend mooie muziek kan spelen, waarmee ze hun vijanden kunnen misleiden of vermoorden. Ze zijn erg vriendelijk, maar ook opvliegend, en als leprechauns kwaad zijn op iemand, blijven ze kwaad tot die persoon door hen persoonlijk uit de weg is geruimd. Moldarans Moldarans zijn een dierlijk volk dat leeft in de Vulkaanlanden van Galian. Ze hebben een grauwe huidskleur, kunnen praten maar zijn niet al te snugger en staan bekend om de eigenschap dat ze door lava kunnen zwemmen. Ze leven van lava en de Lavavissen, vissen die in de lava van de Vulkaanlanden leven. Vanaf een afstandje kan je ze vaak zien vissen naar deze beesten. Moldarans houden zich over het algemeen uit de buurt van mensen en bemoeien zich weinig met hun problemen.
Dozoks Dozoks zijn niet al te snuggere woestijnwezens. Ze kunnen mensentaal spreken, maar laten door hun domheid altijd prooien ontsnappen. Dozoks zijn vleeseters en hebben in principe meer bot dan vlees. Hun lichaamskleur is grijs en ze hebben twee enorme, lichtgevende ogen, waarmee ze uitstekend in het donker kunnen zien. Ze leven vooral rond de legendarische Dode Stad en nomadenkampen.
1. De wereld is plat D e wereld is eigenlijk helemaal niet rond. De wereld lijkt rond door een krachtige optische illusie. In werkelijkheid is de wereld zo plat als een dubbeltje, waaruit we kunnen opmaken dat ze vroeger een scherpere blik hadden dan wij. De wereld staat op een gigantische, gebarsten, afbrokkelende pilaar die duizenden, zelfs miljoenen kilometers lang is en te zien is door heel de ruimte. Geen enkel ruimtewezen heeft ooit geprobeerd naar beneden te vliegen met zijn ruimteschip, omdat je al gestorven bent van ouderdom voor je überhaupt een kwart van de pilaar hebt gehad. Miljarden kilometers onder de laagst liggende planeet eindigt de pilaar. Hij staat op een gigantisch zonovergoten grasveld, omringd door bramen- en bessenstruiken. Dat grasveld ligt in een wereld onder onze Aarde. Die wereld heet Galian. Galian is de wereld die bovenaan lag vóór de Oerknal. Toen kwam echter de Oerknal en Galian viel naar beneden, tot de bodem van de ruimte. De Magiërs ontstonden op dat moment uit vijf elementen. Zij beschouwden het als hun taak te regeren over Galian. Slorgoth ontstond uit de aarde, Vardian uit vuur, Bargoth uit lucht, Zamoth uit water en de mysterieuze Trakana uit duisternis. Zij heersen nog steeds over Galian. Slorgoth was de AardMagiër, degene die de magische Bruine Steen maakte om hem en de Magiërs kracht te geven. Hij was lang, droeg aardebruine kleren en had zandkleurig haar. Vardian was de VuurMagiër. Hij schiep de Rode Steen, ook om de Magiërs de kracht te geven die ze nodig hadden. Vardian had knalrood haar en droeg altijd een dikke, rode mantel, ongeacht het weer. Bargoth was de LuchtMagiër, degene die zich had gespecialiseerd in LuchtMagie. Hij schiep de krachtigste Steen van allemaal, de legendarische Witte Steen. Bargoth droeg witte, zijdeachtige kleren, was bleek en leek te kunnen vliegen. De WaterMagiër, Zamoth, hield zich altijd een beetje op de achtergrond. Hij was de minst krachtige Magiër en heeft ook de minst krachtige steen geschapen: de Blauwe Steen. Zamoth was ook een stukje kleiner dan de andere Magiërs, had blond haar en droeg altijd een blauwe mantel. Hij is degene die de zeeën en meren van Galian heeft geschapen. De laatste Magiër, de DuisterMagiër, was Trakana. Trakana schiep de Zwarte Steen, een boosaardige steen vol duisternis, zoals hemzelf. Trakana was degene die de nacht en schaduw had geschapen. Hij had zwart haar, droeg zwarte kleren en men zei dat hij met de duisternis kon versmelten. Samen en met de krachtigste magie die ze in zich hadden, maakten de Magiërs de pilaar. De pilaar ving de toen vallende aarde op, en nu zou deze de plek van Galian vervangen. Eeuwen gingen voorbij en de Eerste Volkeren ontstonden, de Dwergen, Eenhoorns, Draken, Kobolden, Feeën, Elfen en Leprechauns. De Magiërs werden vereerd als goden. Alleen Trakana kon er niet van genieten, Galian was voor hem niet duister genoeg. Dus schiep hij de Duistere Volkeren: de Gnomen, Alfen en Trollen. De andere Magiërs werden woedend om wat Trakana gedaan had. Trakana werd verbannen naar de Schaduwwereld, een verschrikkelijk oord vol marteling en duisternis. Daar broedde hij op wraak. Eeuwenlang dacht hij over zijn plannen en uiteindelijk had hij iets gevonden: hij zou de Stenen stelen. Zo gebeurde het. Trakana schrok van de vele nieuwe volkeren toen hij undercover door Galian reisde, van de Kelpies, Dryaden, Boomgeesten en natuurlijk de Mensen, maar hij ging door tot het Kasteel van de Magiërs, het kasteel waar hij vroeger gewoond had. Daar wist hij binnen te dringen en zonder al te veel moeite, omdat hij met de duisternis kon versmelten, de Stenen stelen. Hij verborg ze op vele gevaarlijke en afgelegen plekken en niemand heeft ze ooit gevonden – althans, dat is wat de Magiërs dachten. Toen de Magiërs ontdekten dat de Stenen verdwenen waren, waren ze woedend. Trakana werd gepakt en de Magiërs ketenden hem voor eeuwig. De enige die hem zou kunnen bevrijden, is een Kobold, gezien zijn gave magie ongedaan te maken, maar die waren uitgestorven. Nog steeds zint de DuisterMagiër op wraak. En het lijkt erop dat hij een plannetje heeft. Trakana had enorm veel pijn. Als hij nog kon schreeuwen, had hij dat nu gedaan, maar zijn ketenen zaten veel te vast. Overal om hem heen was duisternis en waar geen duisternis was, was vuur, zoals altijd in de Schaduwwereld. Zijn brein was koortsig en alles deed pijn: zijn stevig geketende armen, zijn ooit zo sterke benen, zijn oren, zodat hij nu half doof was. Het enige wat geen pijn deed, was denken en zien. Hij kon mensen bevelen met zijn gedachten en dat was precies wat hij nu deed. ‘Schakel de Magiërs uit,’ stuurde hij in gedachten naar zijn bondgenoot. Het leek net een bizar telefoongesprek. ‘Waarom? De pilaar stort zonder hem ook wel in’. Dat was Dimitri. Dimitri was één helft van een tweeling, de andere helft heet Olaf. Zij waren samen levensgevaarlijk en Trakana ’s beste handlangers. De tweeling was sluw, handig met zwaarden en gewetenloos, in één klap dus de beste handlangers die je kan hebben. ‘Omdat zij die Uitverkorenen kunnen vinden! Dat had de Elfenkoningin toch voorspeld?’ ‘Weet ik niks van,’ was Dimitri’s antwoord. ‘Ben je nou echt zo’n slappeling?’ antwoordde Trakana. ‘N-nee, Meneer Tony.’ Als Trakana nog kón grijnzen, had hij dat nu gedaan. Tony was de naam waaronder zijn handlangers hem kenden, een valse naam dus. Maar hij was leuk. En modern, een Magiër moet ook met zijn tijd meegaan. ‘Nou, waar wacht je dan nog op? Schakel die Magiërs uit!’ ‘Maar hoe dan?’ ‘Weet ik veel, desnoods gebruik je een huurmoordenaar.’ ‘Een HUURMOORDENAAR?’ ‘Ja, klinkt dat zo vreemd dan?’ ‘Eigenlijk wel. Je weet toch dat de Magiërs huurmoordenaars lang geleden al verbannen hebben?’ ‘Nee, dat weet ik niet. Ik weet niet of je het doorhebt, maar ik zit momenteel vast aan kettingen. Doe iets om de Magiërs uit te schakelen. Huur een leger Gnomen in of zo.’ ‘Gnomen. Ja, da’s een goed idee. Ik gebruik Gnomen. Bedankt, Meneer.’ De gedachtenverbinding werd verbroken. Trakana rolde met zijn ogen, het enige wat hij nog kon om zijn irritatie te uiten. Dimitri kon soms zo sloom zijn. Ja, de tweeling was handig en gevaarlijk, maar ze waren wel sloom in de omgang. Iets wat zijn formidabele plannen kon verpesten. Het plan was om de pilaar in te laten storten. Trakana wist dat je via de Schaduwwereld van Galian naar de Aarde kon in minder dan een minuut, zodat zijn handlangers en hijzelf niet verpletterd werden door de Aarde die op Galian viel. De Aarde zou een paradijs worden, Trakana zou een nieuwe pilaar maken, samen met de Stenen (hij wist waar ze lagen), en hij zou als een god onthaald worden. De enige problemen waren dat hij zijn ketenen kwijt moest raken en dat de Magiërs uiteraard probeerden te beletten dat zijn handlangers de pilaar in lieten storten – en de voorspelling van de Elfenkoningin. Hij was er zelf bij geweest toen de Elfenkoningin tijdens een etentje opeens haar ogen opensperde en met een raspende stem een voorspelling opzei: Als duistere tijden aanbreken, Zal de Zwarte Hand zich weer uitstrekken. Hij zal hulp en teleurstelling krijgen, Van de twee die verloren waren gegaan, En de man uit een koud land, Die uit zichzelf zal handelen. De Uitverkorenen alleen, Kunnen terugbrengen vijf elementen in Steen, De vernietigde Standhouder herstellen, En terugbrengen de Vree.
Niemand had de komende minuut een woord kunnen uitbrengen. Alle Magiërs waren verbouwereerd – er was nog nooit een Zwarte Hand geweest. Nu was alles anders. Trakana zelf was de Zwarte Hand, die zich nu weer uitstrekte. De twee die verloren waren gegaan zijn Dimitri en Olaf. Zij waren bevroren in ijs, maar later ontdooid door een van Trakana ’s handlangers. Hij wist alleen niet wie de man uit een koud land was. En daar kwam het gevaarlijke deel van de profetie: De Uitverkorenen. Die zouden hem tegen kunnen houden en zorgen dat de pilaar – die natuurlijk de Standhouder was – bleef. Hij moest hen uit de weg ruimen, ook al leek het erop dat er voorlopig geen Uitverkorenen zouden komen. Maar Trakana was overal op voorbereid: de sloop van de pilaar zou nog een paar weken duren, omdat hij zo waanzinnig voorzichtig te werk ging – steeds, elke dag, een brok steen laten weghakken. Maar zijn plan ging lukken. Dat moest gewoon.